Robots komen steeds meer voor in onze samenleving. Ze worden niet langer slechts voor praktische taken gebruikt, maar gaan tegenwoordig ook sociale interacties aan met mensen. Robots die op een betekenisvolle manier met mensen kunnen omgaan, noemen we ‘sociale robots’. Niet alleen volwassenen, maar ook kinderen komen steeds meer in aanraking met sociale robots. Voor een kind kan zo’n robot een gesprekspartner zijn, maar bijvoorbeeld ook een leermiddel. Omdat er nog relatief weinig bekend is over kind-robot interactie, maar kinderen wel in een snel tempo meer met robots te maken krijgen, richten wij ons in het CHILDROBOT project op onderzoek naar interactie tussen kinderen en robots.
Wij werken vanuit de Amsterdam School of Communication Research (ASCoR), een onderdeel van de Universiteit van Amsterdam. Ons onderzoek wordt gefinancierd door de Europese onderzoeksraad (‘European Research Council’). Wij richten ons op drie vragen: Ten eerste, welke factoren spelen een rol bij de (lange-termijn) acceptatie van sociale robots door kinderen? Ten tweede, hoe ontstaan sociale relaties tussen kinderen en robots, en welke factoren zijn van invloed op de ontwikkeling van vriendschap en vertrouwen? En ten derde, welke sociale vaardigheden kunnen kinderen van robots leren?